Interview – Edwin Rutten, Ome Willem – verhalenverteller, zanger, acteur, presentator, muzikant, docent en columnist. Een veelzijdig mens dus, Edwin Rutten, als je naar zijn bio kijkt. Hij voelt zich nog altijd een negenjarige, maar dan eentje die wat meer vlieguren gemaakt heeft. En muziek is, na(ast) echtgenote Annett Andriesen, zijn grote liefde.
Niks niet kinderen half geld
“Bij ons thuis klonk de Sacre du printemps van Igor Strawinsky naast Ella Fitzgerald. Een muzikaal tweestromenland. Ik hoefde niks, maar werd eerst gegrepen door jazz later door de klassieke muziek. Hele platen kon ik meezingen. Vanaf de middelbare school zat ik in de klas met Rogier van Otterloo, van wie we natuurlijk nog niet wisten dat hij dé Rogier van Otterloo zou worden en die ook uit een muzikaal nest kwam. Zo ontstond het plezier in spelen.
Tijdens mijn gymnasiumtijd deed ik eerst slagwerk in de Goldcoast combo met Rogier, en later ging ik zingen. We maakten platen toen we nog op school zaten. We verdienden ermee, dus in die zin was het “werk”, maar voor mij was het de liefde en het plezier in de muziek. De liefde voor muziek heb ik dus van huis uit meegekregen, op een leeftijd dat kinderen vatbaar zijn. Een goed voorbeeld hebben is belangrijk. Kinderen verdienen aandacht, zet ze op het spoor, maak ze nieuwsgierig. Want tussen nul en twaalf jaar is het jonge volk nog een onbeschreven blad. De hoofden staan open, de bedrading wordt gelegd. Dan is er nog verwondering. Kinderen nemen makkelijk dingen aan. Dat geeft een grote verantwoording. Volwassenen, ouders en andere familie, meesters en juffen, politici moeten kinderen het allerbeste voor te zetten wat er is.
Niks niet kinderen half geld. Dat geldt ook voor fatsoen, goede manieren. Zo ben ik een voorstander van een uurtje per week filosofie op de basisschool. Moeilijk? Nee hoor, dat is hoe ze leren dat je eerst begint met luisteren voordat je de wapens oppakt.
Kleine dingen: dat is liefde
In de muziek is het mooi als er als contrast naast harmonie ook disharmonie zit. Het mag best ‘schuren’ zoals dat tegenwoordig modieus genoemd wordt. Maar in persoonlijke en andere relaties vind ik harmonie toch het prettigste. Jaloezie is uit den boze. Je moet de ander ook niet willen veranderen, maar interesse hebben in de ander. Elkaar vrij laten, elkaar vertrouwen. Als het gaat om een concreet bewijs van liefde dan geloof ik er meer in dat je bij nachtvorst ’s ochtends om 7 uur de auto van je vrouw warm laat worden en het ijs van de ruit krabt dan dat je haar overdondert met weekendje Parijs. De kleine dingen, dat is echte liefde. Hoewel Parijs natuurlijk niet te versmaden is, dat sluit elkaar niet uit.
Annett en ik hebben nooit ruzie. Stemverheffing vinden we onmacht. Natuurlijk kun je van mening verschillen, maar je kunt het er toch gewoon over hebben? Oké, wil je nog thee?
Interesse in elkaar
Waar ik in een zakelijke relatie een hekel aan heb is als iemand vanuit zijn machtspositie opereert, terwijl hij in een aantal gevallen minder kennis heeft dan zijn “ondergeschikten”. Ik heb veel in groepen gewerkt bij televisieproducties, zoals Ome Willem. Aan ruzie deden we niet, aan jaloezie evenmin. Dat was overigens een verdienste van Aart (Staartjes). Aart zorgde dat alles in balans bleef. Bij de musical Annie was ik de oudste. Als ik dacht dat er iets speelde in de groep keek ik of ik het kon oplossen, zonder teveel op de inhoud in te gaan. Als mensen elkaar de hersens in willen slaan tijdens zo’n productie is hun zaak, maar zorg dan de productie er niet onder lijdt. En zeker het publiek niet. Het is nu eenmaal zo dat je niet altijd met iedereen overweg kan, dat is dan maar zo.
Interesse in de ander hebben is belangrijk. Ik heb heel wat symposia en congressen geleid als dagvoorzitter. Mensen die elkaar kennen gaan dan vaak bij elkaar zitten. Ik keek liever naar de stoelen die overbleven en ging daar zitten. Het is zo makkelijk om dan een vraag te stellen waarmee vaak een prachtig gesprek op gang komt: Wat bindt u aan…? Wat is uw relatie tot…? Voordat je het weet hoor je eens iets wat je anders niet zou horen, en waar je misschien later zelfs iets mee kunt. Ik kwam er achter dat iedereen een verhaal heeft dat de moeite waard is om naar te luisteren.
Relativeren hoort erbij
Empathisch vermogen is een groot goed. Ik weet nog dat we eens een jazzconcert gaven in een restaurant en dat er een man naar ons zat te kijken, zijn kin steunend op een hand, half over zijn gezicht. Ik zong, zag hem zitten en dacht dat hij er niks aan vond. Ik sprak mezelf toe: “Let niet op die man, focus op de andere mensen die er zijn.” In de pauze ben ik toch op hem afgestapt en ik vroeg hem of hij het naar zijn zin had. Zijn antwoord was: “Als ik toch eens zou kunnen wat jullie kunnen…” Ik leerde op dat moment dat je snel een foute interpretatie hebt van wat je ziet. In zijn algemeenheid laat ik mijn nooit meeslepen in de (negatieve) sfeer van een ander.
En vergeet humor niet: relativering hoort bij veel wat ik zeg en doe. Hang er als een wolk boven. Dat haalt de scherpe kantjes van de situatie af. Ook in een zakelijke context streef ik naar harmonie en dat ieder zich goed voelt. Dat groeit overigens met de jaren. Ik zag vaak bij bedrijfssessies die ik leidde dat directies managementwijzigingen al jaren bespraken en dan moeten de mensen in één bijeenkomst meteen begrip hebben. Terwijl die mensen zich misschien afvroegen of ze hun baan wel konden houden. Ik probeerde de directie daar tijdens de sessie op te wijzen, tot opluchting van iedereen. Sfeer creëren waar een ieder zich op zijn gemak voelt. Er zijn genoeg mensen die niet kunnen kiezen voor de baan waarin zij veel werkplezier hebben, maar er moet geld verdiend worden. Daar heb ik groot respect voor.
Aan de goede kant van de 103
Zelf heb ik over de hele linie in mijn leven kunnen doen wat ik graag doe. Maar ook voor mij geldt: je moet wél leveren. Ik heb ook wel eens iets gedaan waar ik weinig zin in had, maar dan dacht ik: ik kan er in ieder geval een driewieler voor mijn dochtertje van kopen, en dan werd ik er alsnog vrolijk van. Dat nu nog steeds regelmatig de telefoon gaat en mensen mij vragen of ik iets voor ze kan doen, dat vind ik een wonder. Ik zit nog aan de goede kant van de 103, maar Ik kom er wel steeds iets dichterbij…
Als ik iets mee wil geven dan is het dit: blijf nieuwsgierig, ontwikkel jezelf. Dat is prettig voor jezelf, én voor anderen. Ergernis vermijden, proberen de pluspunten van de ander te zien, niet te snel oordelen. Voel jij je goed, dan voelt de ander zich ook al snel goed.
www.edwinrutten.nl
Tip van Edwin
“Ik ben dol op de dichotomie, een vierkant met vier vakjes. Die kun je gebruiken als je keuzes moet maken, bijvoorbeeld bij een nieuwe baan. Stel je mag naar het songfestival, en je kunt een liedje zingen dat je leuk vindt of een liedje dat je vreselijk vindt maar waarmee je meer kans maakt. Er zijn dan vier opties:
- Je gaat naar het songfestival met het het liedje dat je vreselijk vindt, en je wint! – +
- Je gaat naar het songfestival met dat vreselijke liedje en je verliest. – –
- Je gaat naar het songfestival, zingt het liedje dat je graag zingt en verliest. + –
- Je gaat naar het songfestival met het liedje dat je graag zingt en je wint. + +
Zet je alles op alles om te winnen en zing je dus dat kloteliedje, met het risico dat je dat nog jaren zult moeten zingen? Of kies je voor het liedje dat je graag zingt en neem je het risico dat je verliest voor lief? It’s up to you!”