Gisteravond had ik een feestje. Heerlijk om eens weer lekker te kunnen dansen in goed gezelschap. Thema: flowerpower, dus het was een vrolijke boel. Ik heb eindeloos gedanst. Wijntjes wisselde ik af met water of fris. Wijs geworden door de jaren. Want ik had plannen voor vandaag. Uitslapen. Maar ook roeien op de ergometer, en werk voorbereiden voor de komende volle week. Ik had het idee dat ik niet superfit zou zijn na zo’n avond en ‘mocht’ van mijzelf zonder al te strakke doelen een roeitraining doen. Ik roei vaak op hartslag. Bereikt die een bepaalde grens, dan gaat het gas eraf. De eerste paar keren dat ik dat deed was het niet zo ingewikkeld om steeds beter te presteren. Maar op een gegeven moment ging dat mezelf overtreffen de overhand spelen. En aangezien ik de omstandigheden niet altijd helemaal in de hand had kon een slechte score me frustreren. Vandaag hoefde ik niet. Ik sprak met mezelf af dat ik minimaal een half uur steady wilde roeien. Kracht en tempo mochten ondergeschikt zijn. Ik zou me focussen op ontspannen roeien (dat wil zeggen: alleen spanning in die spieren waar dat functioneel is). Tot mijn verbazing kwam ik verder dan ooit. Pas na drie kwartier bereikte ik mijn vaste hartslaggrens. En ik had heerlijk geroeid. Ik zou niet mezelf zijn als ik niet meteen allerlei verbanden legde met de polariteiten waar ik weer volop mee bezig ben, en met mijn werk.
Van kwaliteiten naar polariteiten
Wat polariteiten zijn? Heel veel mensen zijn bezig met talenten, met competenties, met kwaliteiten. Er zijn allerlei modellen en methodes die mensen in een hokje indelen. Je bent ‘blauw’, dus je bezit die kwaliteiten (en vervormingen). Maar het is nogal bevrijdend om niet naar kwaliteiten sec te kijken, en in plaats daarvan naar een kwaliteit in samenhang met de polariteit die erbij hoort. Zoals yin en yang onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zwart en wit, koud en warm, geldt dat ook voor kwaliteiten. En alleen die kwaliteit inzetten zonder polariteit leidt tot onbalans. Er zijn intrigerende basispolariteiten, zoals doen/zijn en ik/de ander, waar je je vast iets bij voor kunt stellen. Eentje die mij bezighoudt, sinds de training die ik op Bonaire volgde bij de trainers van het Tiende Huis, is ambitieus/tevreden. Het is niet verstandig alleen maar heel veel heel goed te willen doen, maar je moet vooral niet vergeten ook tevreden te kunnen zijn. Dat vergat ik nogal eens. Reden voor mij om een aantal dingen onder de loep te nemen. Zoals mijn sport. Ik roei dus. En ik vind dan dat ik dat ook goed moet doen, dat ik wedstrijden moet willen roeien en daar voldoende voor moeten trainen. Best lastig als er meer dingen in je leven zijn die ook nogal wat aandacht verdienden. En dus heb ik na Bonaire de druk van de ketel gehaald en gezegd dat ik wel blijf trainen, maar even niet meedoe aan wedstrijden (sorry dames…). Want het is ook oké om met minder hoge ambities te roeien en fit te blijven.
Scrum en loslaten
Dat ging er dus door mijn hoofd tijdens die drie kwartier. Maar er was meer. Ik scrum nogal veel. Als scrumcoach train ik mensen en begeleid ik bedrijven en organisaties als scrummaster. Het is niet voor niets dat er veel belangstelling is voor scrum. We leven in een wereld die voortdurend in verandering is. Het is handig als je daar goed mee om kunt gaan als bedrijf of organisatie. Zodat je wendbaar bent, ruimte biedt aan je mensen om te leren (waar ruimte is om fouten te maken) en je werkelijk de interactie aangaat met de mensen in en om je organisatie. Dat lukt de ene organisatie beter en sneller dan de ander. De belangrijkste hindernis? Durven loslaten. En daar dacht ik zopas aan toen ik op de ergometer zat. Bij vorige trainingen eiste ik steeds meer van mezelf. Vandaag liet ik dat los en presteerde ik beter. Mijn focus lag in de eerste plaats op wat ik op dat moment aan het doen was en hoe ik dat op een goede/prettige manier kon doen, niet op het behalen van mijn einddoel. Waarmee ik dat einddoel boven verwachting haalde. En dat is de link met scrum. Daar merk ik dat mensen beter presteren als ze niet teveel in een keurslijf geperst worden. Bij scrum werk je daarom met een projecteigenaar (product owner) die wel het wat bepaalt, maar niet het hoe. Wel de richting, niet welke weg daar precies naar toe leidt. Het is aan het scrumteam om de weg te bepalen, met de projecteigenaar als coach en vraagbaak om de juiste richting in de gaten te houden. Die dus weet (of zou moeten weten…) wanneer en wat hij los moet laten. Scrum is daarmee een wezenlijk andere manier van werken. De teams die we begeleiden vinden dat heerlijk: ze werken met veel plezier aan projecten en presteren goed. We trainen scrummasters om die teams goed te begeleiden, als facilitator van die teams. Maar ik heb nu samen met scrum-collega Martha Buning ook een training ontwikkeld voor projecteigenaren. Want in hoeverre zij vertrouwen kunnen geven aan het team, bepaalt een groot deel van het succes van het project. Dan komt een team echt in flow, net als ik met roeien deed vandaag.
Waar flow(erpower) al niet toe kan leiden ;-).
Meer weten over een van mijn trainingen? Laat het me weten!